Nadat het Engelse dorp Combe in 997 is geplunderd door Vikingen, raken de levens van drie jongen mensen in Dreng’s Creek, het latere Kingsbridge, met elkaar verbonden.
In de 16e eeuw, als Elizabeth Tudor koningin van Engeland wordt, neemt zij een in de liefde teleurgestelde jongeman in dienst als haar spion in een door godsdienstoorlogen verscheurd Europa, waarbij zijn loyaliteit zwaar op de proef wordt gesteld.
Een modern Engels gezin ervaart allerlei culturele verschillen als zij tijdens een verblijf in een Kroatisch dorp de verbouwing van een net gekocht huis op gang proberen te krijgen.
Een Engelse advocaat wordt in de 16e eeuw als gevolmachtigde van Hendrik VIII naar een klooster aan de Engelse zuidkust gezonden om enkele daar gepleegde moorden op te lossen.
Twee Engelse families komen in het midden van de 19e eeuw tegenover elkaar te staan wanneer hun kleinzoon 25 jaar na zijn geboorte ten tonele verschijnt.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog raakt in Oxford een groepje voornamelijk homoseksuele twintigers in de ban van de onweerstaanbare erotiek van een kennelijk heteroseksuele, 18-jarige sportman, David Sparsholt.
In de late zomer van 1913 logeert de jonge, aristocratische dichter Cecil op het familielandgoed van zijn vriend George. Het weekend dat hij daar doorbrengt is vol verrassingen en verrukkingen voor de hele familie, maar in het bijzonder voor het 16-jarige zusje van George, Daphne, wanneer Cecil een gedicht aan haar opdraagt. Een gedicht dat een houvast voor een hele generatie zal blijken, een ode aan het oude Engeland dat op het punt staat voorgoed te veranderen. Het weekend zal de familie van George en Cecil aan elkaar binden in de lange en moeilijke eeuw die volgt.
Nadat een Engelse edelman is opgegroeid tussen de vikingen in Noord-Engeland ten tijde van koning Alfred de Grote, maken zijn banden met beide groepen het voor hem moeilijk om partij te kiezen.