Niet lang na de Duitse hereniging reist de ik-figuur, een beroemde schrijfster die bekendstond als kritisch jegens het communistische regime, voor een studieverblijf naar Los Angeles. Officieel met het doel onderzoek te doen naar een in de jaren dertig geëmigreerde vrouw. Maar in haar bagage zit ook een klein dossier, waarvan ze weet dat het in haar land van herkomst grote ophef zal veroorzaken. Uit dat dossier blijkt dat ze in haar jonge jaren, in de jaren vijftig, korte tijd als informant voor de geheime dienst heeft opgetreden.
In een provinciestad niet ver van Berlijn probeert een textielhandelaar in de economische crisisjaren tussen de Eerste Wereldoorlog en de machtsovername van Hitler tevergeefs het hoofd boven water te houden. Zachtmoedig als hij is, laat hij zijn klanten op de pof kopen en gaat zelf failliet. Parallel aan het financiële debacle van zijn vader wordt de ontwikkeling van de zoon beschreven die eerst het gymnasium haalt en vervolgens door geldgebrek niet in staat is van zijn studie een succes te maken.
Als Behr vier jaar oud is, ontvoeren Stasi-agenten haar moeder. Samen met haar broer belandt ze in een kindertehuis, maar al gauw worden ze door adoptie gescheiden. Wanneer Behr haar moeder jaren later terugziet, zijn ze vreemden voor elkaar geworden.