Warschau, eind de jaren dertig, begin de jaren veertig. In de Krochmalnastraat 92 staat het weeshuis van Dokter Korczak. Eén van de wel 200 kinderen in het weeshuis heet Blumka. Zij vertelt in haar dagboek in woord en in beeld over het leven en over de andere kinderen in het weeshuis. Over Zygmus die altijd honger heeft en zelfs levertraan lekker vindt en Pola die een erwt in haar oor stopte en Szymek die de meeste uien kan pellen. En natuurlijk vertelt ze ook over ‘Onze Dokter’ die vindt dat je kinderen de waarheid moet vertellen, dat kinderen even belangrijk zijn als volwassenen, dat jongens af en toe – als het echt niet anders kan – mogen vechten en nog zoveel meer. Tot de oorlog uitbreekt en Blumka niet langer in haar dagboek kan schrijven.
Notities van de Hongaarse auteur (1929- ) over het schrijven, de dood, zijn vreemdelingschap, jodendom, Auschwitz en zijn lectuur van onder meer Freud, Nietzsche en Wittgenstein.
Dagboekfragmenten van meisjes en jonge vrouwen tussen de 11 en 25 jaar, die in Nederland of Nederlands-Indië de Tweede Wereldoorlog meemaakten. Vanaf ca. 14 jaar.
De jongen die met zijn ouders bij Anne Frank en haar familie tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Achterhuis zat ondergedoken, overleeft de oorlog en begint in de Verenigde Staten anoniem een nieuw leven, maar hij kan zijn verleden niet blijven ontkennen.
Een 15-jarig meisje, dat wordt verdacht van moord op haar vriendin, beschrijft in haar dagboek het leven op Guernsey, wat wordt afgewisseld met het verslag van het verhoor van haar vader door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
Dagboek over de periode 21 september tot 30 december 1944, toen de Vlaamse schrijver (1885-1968) in de gevangenis van Sint-Gillis vastzat op verdenking van collaboratie.