Een Vlaamse vrouw beschrijft de liefde van haar ouders in de Tweede Wereldoorlog toen haar moeder spionne voor de Geallieerden was en haar vader als collaborateur werkte voor de Duitse contraspionage.
Maartens vader was in de oorlog een invloedrijk NSB-lid. Nu hij 19 is, gaat hij langzamerhand inzien hoe hij jarenlang door het gedachtegoed van zijn vader vergiftigd is.