Na de dood van zijn ouders woont Harry Potter in de bezemkast bij zijn zeer onvriendelijke tante en oom; op zijn elfde hoort hij dat hij een tovenaar is. Dan beginnen de avonturen. Vanaf ca. 11 jaar.
Jack Sullivan (13, ik-persoon) is een gewone jongen met een gewoon leven. Totdat het stadje waar hij woont, wordt bevolkt door zombies en monsters. Samen met zijn vrienden strijdt hij tegen deze monsters. Met veel zwart-witte stripachtige tekeningen. Vanaf ca. 10 jaar.
Ben (17) is autistisch. Hij ziet het leven als een computerspel vol vijanden. En vijanden heeft hij ook. Op school maken twee klasgenoten zijn leven tot een hel. Ben wil wraak. Vanaf ca. 14 jaar.
Konijntje Rikki droomt ervan dat hij in de middeleeuwen als ridder ten strijde trekt tegen vuurspuwende draken. Prentenboek met grote illustraties in kleur. Vanaf ca. 4 jaar.
Harry krijgt de zware taak om de resterende Gruzielementen van Voldemort op te sporen en te vernietigen. De Relieken van de Dood spelen hierbij een belangrijke rol. Vanaf ca. 15 jaar.
Stella (ik-figuur) heeft taaislijmziekte en brengt veel tijd door in het ziekenhuis. Om in aanmerking te komen voor een longtransplantatie, houdt ze zich strikt aan haar medicijnschema. Dan komt de rebelse Will (17, ik-figuur) bij haar op de afdeling. Hij schopt haar hele leven overhoop. Vanaf ca. 15 jaar.
Vijf jongelingen moeten, voordat ze tot ridder geslagen worden, de nacht biddend en wakend doorbrengen. Eén van hen hoort een noodkreet van buiten en gaat op onderzoek uit. Met deze daad bewijst hij pas een echte ridder te zijn. Vanaf ca. 10 jaar.
De vriendschap tussen een klein meisje, haar varken en de spin, die het varken het leven redt. Voorlezen vanaf ca. 8 jaar, zelf lezen vanaf ca. 10 jaar.
In Scribopolis, de stad waar iedereen van boeken houdt, wordt het magische boek Boekus gestolen. Odessa raakt in een moeilijk parket als zij aangeduid wordt als hoofdverdachte. Haar adoptievader Shakespeare is verdwenen en de onbetrouwbare schrijver Mabarak wil haar dwingen om voor hem te werken.
Zedenschets van de tweede helft van de 20e eeuw aan de hand van de levensgeschiedenis van twee halfbroers, de één een vergeestelijkt wetenschapper, de ander een jachtige erotomaan.
Kos (13, ik-figuur) woont in een hotel aan zee. Door de drukte na het overlijden van moeder, krijgt Kos' vader een hartaanval. Samen met zijn drie zussen probeert Kos het hotel te runnen, terwijl vader in het ziekenhuis ligt. Vanaf ca. 12 jaar.
Thomas komt terecht in een groot doolhof waar zo'n honderd jongens moeten zien te overleven. Niemand weet waarom ze daar zijn. Na de komst van een meisje raken de gebeurtenissen in een stroomversnelling. Vanaf ca. 15 jaar.
Conor (13) woont samen met zijn moeder die kanker heeft. Hij heeft nachtmerries. Als er op een nacht een monster bij zijn huis staat en hem roept, is hij dan ook niet erg verbaasd. Vanaf ca. 13 jaar