Een goede manager beschikt volgens De Coster over drie eigenschappen: brains, heart and guts. ‘Brains’ verwijst naar het verstand: het analytisch vermogen, het gebruik van feiten en cijfers, het gestructureerd en georganiseerd werken. ‘Heart’ zijn de communicatieve, gevoelsmatige capaciteiten. ‘Guts’ staat voor durf en intuïtie.
Organisatiekundige publicatie voor managers over het op lange termijn consistent houden van ondernemingen m.b.v. het AGIL-paradigma: Adaptation, Goal attainment en Latent Pattern Maintenance.