Na het verlies van zijn vrouw en kind trekt een Amerikaanse spoorwegarbeider zich begin 20ste eeuw terug als kluizenaar in een zelfgebouwde hut in de natuur van Idaho.
Na een begrafenis wordt een man terug geconfronteerd met gebeurtenissen van 40 jaar geleden toen een dorpje in de Antwerpse polder moest wijken voor de havenuitbreiding.
Een Indiaas arm maar goed opgeleid plattelandsmeisje en een Indiaase rijkeluiszoon die vanuit Engeland naar India is gekomen om in het hotelbedrijf van zijn vader te werken, worden verliefd op elkaar. Ondanks hun gevoelens voor elkaar ontkomen ze niet aan de druk van een snel veranderende maatschappij door industrialisatie, verstedelijking en het verbeterde onderwijs.
Het maatschappelijk succes van de studentes in de jaren '50 blijkt meer af te hangen van het vinden van een goede echtgenoot dan van het afronden van hun opleiding. Dit tot teleurstelling van Katherine Watson, professor kunstgeschiedenis aan de prestigieuze vrouwenuniversiteit Wellesley College