Een 16-jarig meisje weet niet hoe lang ze nog te leven heeft. Vanwege die onzekerheid biedt ze aanvankelijk weerstand tegen de toenadering van een jongen, die zelf kanker overwonnen lijkt te hebben.
Een dertienjarig meisje, dat haar leven lang al donor is voor haar iets oudere zus die aan leukemie lijdt, begint zich af te vragen hoe lang ze zich nog wil blijven opofferen.
Een 16-jarige jongen, die nog maar kort te leven heeft, doet een beroep op zijn vrienden om hem te blijven steunen en ervoor te zorgen dat hij niet als een kasplantje in het ziekenhuis terechtkomt.
Belle (13, ik-figuur) is ernstig ziek en ligt in het ziekenhuis. Ze beschrijft haar omgeving en de mensen die bij haar op bezoek komen met een cynische blik. Vanaf ca. 12 jaar.
De moeder van Stan is ongeneeslijk ziek en brengt haar laatste dagen thuis door. Stan moet leren accepteren dat zijn moeder dood gaat. Vanaf ca. 8 jaar.
Een jongen (ik-persoon) vertelt over zijn moeder, die kanker heeft. Prentenboek met paginagrote kleurenillustraties en informatie voor opvoeders over ouders met kanker. Vanaf ca. 5 jaar.
Persoonlijk relaas van de Belgische radio- en televisiepresentator over het jaar in zijn leven waarin hijzelf kampte met het chronisch vermoeidheidssyndroom en fibromyalgie, zijn vader kwam te overlijden en zijn vrouw aan kanker leed.
Joliens zusje is gestorven aan bloedkanker. Als er meer mensen in de buurt aan deze ziekte overlijden, geeft men de schuld aan de verbrandingsoven. Jolien wil dat de oven dicht gaat en komt in actie. Vanaf ca. 10 jaar.
Zac (17) heeft leukemie en ligt in het ziekenhuis. Op een dag komt Mia op de afdeling. Ze heeft botkanker. Langzaamaan ontstaat er een bijzondere vriendschap tussen de twee, die ook nadat ze uit het ziekenhuis zijn zeer waardevol blijkt. Vanaf ca. 15 jaar.