Een jonge joodse vrouw raakt aan het eind van de Tweede Wereldoorlog betrokken bij het Nederlandse verzet; als ze de opdracht krijgt een Duitse officier te verleiden, ontdekt ze dat goed en fout in de oorlog dicht bij elkaar liggen
Het verhaal van twee Estse militairen die tijdens de Tweede Wereldoorlog in 1944 elk aan een andere kant meevochten, de ene bij de Duitsers en de andere bij de Russen.
De jonge architect Hans heeft een passie voor een groots Derde Rijk en wordt aangesteld als bewaker in Auschwitz waar hij de bouw van een nieuwe gaskamer gaat leiden, maar gaandeweg verandert zijn houding en krijgt hij tegenstrijdige gevoelens over de afschuwelijke wreedheden van de nazi's.
In oktober 1943 belandt de Joodse Sovjetofficier Aleksander Petsjerski als krijgsgevangene in vernietigingskamp Sobibór. Samen met een aantal medegevangenen bedenkt hij in drie weken het plan om de SS-officieren en de bewakers te doden en te ontsnappen.
Tijdens de Duitse bezetting van Frankrijk worden een katholieke en een joodse leerling van een internaat vrienden. De joodse jongen wordt echter door een ontslagen personeelslid verraden