Oorlog. Twee putten. Twee soldaten. Elke dag één schot. De ander is de vijand, het monster dat vrouwen en kinderen vermoordt zonder reden. Over de zinloosheid van oorlog.
In 13 verhalen verschaft het boek inzicht in wat de Eerste Oorlog voor België betekende. Onder meer beschrijft het de moord in Sarajevo, het Duitse ultimatum aan België, de strijd om de forten rond Luik, de brand van Leuven, de slag aan de IJzer, het leven in de loopgraven, de mijnenslag van Mesen, de wapenstilstand en de vrede van Versailles.
Marc neemt dienst in het Engelse leger dat vecht in de Vlaamse loopgraven in de Eerste Wereldoorlog. Daar ontdekt hij dat zowel vriend als vijand vecht met wapens die in de fabriek van zijn familie zijn gemaakt. Vanaf ca. 13 jaar.
Dre is een jongetje uit Ieper, wiens papa in het 'In Flanders Fields Museum' werkt. Als hij met zijn papa een bezoek brengt aan het museum is hij helemaal in de ban van de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog. Hij is er zelfs zo door gebeten dat hij zijn eigen museum maakt.
In korte teksten wordt een beeld gegeven van de oorlogvoering in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en de wapens die erbij werden gebruikt. Met foto's in kleur en zwart-wit. Vanaf ca. 13 jaar.
Deze monoloog werd in het voorjaar van 2015 opgevoerd door Elsie de Brauw, in een regie van Johan Simons, naar aanleiding van de herdenking van de eerste aanval met gifgas aan het westelijk front op 22 april 1915 en de internationale conferentie A century of weapons of mass destruction : Enough! die plaatsvond in de stad Ieper.