Muziekgeschiedschrijving waarin het snijvlak van de filosofie en de muzikale praktijk centraal staat, met veel aandacht voor het gregoriaans, de overige vocale muziek uit de Middeleeuwen en de opera's van Mozart en Wagner.
In diverse opzichten gaat dit verhaal over de kunst van het vallen. De boventoon voert het verhaal van de verteller en het onvermogen om onbevangen lief te hebben. Een affaire, die de verteller het hele verhaal achtervolgt, loopt op niets uit. Even lijkt een romance met de jonge schoonspringer Alex de uitkomst. Zijn onschuld blijkt echter het verraad uit het verleden niet te kunnen overstemmen. Dan ontmoet de verteller Katharina. Beiden hebben ze heimwee naar iets wat niet meer bestaat. De val van de muur heeft het land dat Katharina mist voorgoed uitgewist. Ook de Sovjet-Unie is gevallen. Muziek lijkt het enige wat overeind blijft staan. Dan verstoort een val in het heden de illusie. Het verhaal is opgesplitst in twee delen, beide eindigend met een paar hoofdstukken ‘variaties’, wat weer verwijst naar de muziek.
De Italiaanse castraatzanger Sandro de Luca kan zo mooi en hoog zingen dat hij wordt gevraagd voor een vrouwenrol bij een Frans theatergezelschap. Met zijn komst gebeuren er plotseling vreemde dingen. Vanaf ca. 15 jaar.