Mika, veertien jaar oud en Joods, erft de jas van zijn grootvader die op straat doodgeschoten werd. In de jas vindt hij een handpop. Mika wordt poppenspeler in het getto van Warchau. Wanneer zijn talent opgemerkt wordt, wordt hij gedwongen om voor de Duitse troepen op te treden.
Het leven van Anne Frank verteld voor jonge kinderen a.d.h.v. tien thema's: spelen, familie, oorlog, maatregelen, angst, dagboek, overleven, verliefd, verraden en verschrikkingen. Van haar zorgeloze beginjaren tot het intens verdrietige einde. Met fotokatern.
De Welwillenden is het minutieuze verslag van alles wat Max Aue tijdens de oorlog aan het oostfront heeft meegemaakt. Aue klimt op tot in de hoogste rangen van de SS. Als persoonlijk medewerker van Himmler raakt hij nauw betrokken bij de Holocaust. Een zeldzaam literair document waarin de oorlogsgruwelen beschreven worden vanuit het standpunt van de dader.
Het deels waargebeurd, deels fictief levensverhaal van de Joodse acteur, entertainer en regisseur Kurt Gerron. De SS vraagt hem een film te maken waarin het vernederende gettobestaan wordt voorgesteld als een paradijs. Weigeren betekent transport naar Auschwitz, meewerken betekent verraad aan zichzelf en aan zijn kunst.
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog ontdekte de Nederlandse consul in Kaunas (Litouwen) Jan Zwartendijk een manier om duizenden uit Polen gevluchte Joden het leven te redden: hij schreef voor hen een visum uit voor Curaçao. Daarmee reisden de Joden met de Trans-Siberië Express naar Japan, van waaruit ze zich over de hele wereld verspreidden, vrijwel allen overleefden de oorlog. Het verhaal van die Nederlandse consul is even verheffend als heldhaftig. In korte tijd schreef hij koortsachtig duizenden visa uit.
Tsjecho-Slowakije, 1939. Pavel en Anneliese Bauer zijn welgestelde Joden, wier levens op hun kop worden gezet door de komst van de Duitse troepen. Om deportatie te vermijden, vluchten ze met hun zesjarige zoontje Pepik en zijn geliefde kindermeisje Marta. Ze weten Pepik op een Kindertransport naar Engeland geplaatst te krijgen, maar hij zal zijn ouders of Marta nooit meer zien.
Fing Boon (ik-figuur), dochter uit een groot, arm eenoudergezin in Zuid-Limburg, kan goed leren. Toch moet ze aan het werk bij een rijke familie. Als de oorlog uitbreekt, wordt het gezin Boon hard getroffen. Vanaf ca. 13 jaar.
Twee jonge vrouwen werken in de Tweede Wereldoorlog als pilote en officier bij een speciale eenheid. Als ze op missie naar Frankrijk moeten, wordt de een gearresteerd en lijkt de ander verongelukt.
Leon Leyson is pas tien jaar oud als de nazi's Polen binnenvallen en hij en zijn familie naar het getto van Krakau worden gedeporteerd. Leon komt in het concentratiekamp Plaszow terecht, waar hij de dodelijke grilligheid van kampcommandant Amon Goeth moet zien te overleven. Tot hij door Oskar Schindler wordt opgemerkt en in diens fabriek aan het werk kan, ook al is hij zo klein dat hij op een kist moet staan om de machines te kunnen bedienen. Met een ongelooflijke hoeveelheid moed en doorzettingsvermogen weten Leon en een deel van zijn familie te overleven, maar uiteindelijk zal het lef van één man het leven van de Leysons redden: Oskar Schindler.
Bram is een twaalfjarige joodse jongen uit Antwerpen die het leven leert kennen in tijden van oorlog: liefde, dood, idealisme, ontgoocheling. Grote gevoelens die sterk worden uitvergroot wanneer je stad en land bezet zijn, zeker als die bezetter ook nog een persoonlijke rekening te vereffenen heeft.
In 1939 brengen de nazi's de joodse bevolking van het Poolse Lodz onder in een getto. Van de 270 000 mensen overleven er 800 de oorlog, waaronder 12 kinderen. Dit is het verhaal van één van die kinderen, Syvia. Zij vertelt hoe het leven in het getto hard was en vol honger, kou en dood, maar ook hoe het geluk soms toch niet veraf was.
Anne Frank was een joods meisje dat in de Tweede Wereldoorlog moest onderduiken. Er wordt verteld over haar leven in het Achterhuis in Amsterdam. Verhaal in korte zinnen en makkelijke woorden. Vanaf ca. 11 jaar.
Het is 1938. Nazi-Duitsland is Oostenrijk binnengevallen en alle grenzen zijn gesloten. Adolphine, Pauline, Marie en Rosa Freud hebben een voorgevoel wat hun te wachten staat en hopen dat hun broer Sigmund visa kan krijgen zodat zij Oostenrijk kunnen verlaten. Sigmund Freud heeft inderdaad een lijst opgesteld voor de visumaanvragen, maar de namen van zijn zussen ontbreken. Adolphine is geschokt: wat beweegt Sigmund tot zo'n daad om zelfs voor zijn hond een visum te regelen, maar niet voor zijn directe familieleden? Ze denkt terug aan haar jeugd, aan de liefdeloosheid van haar moeder, en aan de liefde van haar broer.