Een godsdienstlerares in Israe͏̈l vertelt de geschiedenis van haar familie en die van het pioniersdorp waarin ze woont. Haar opa speelt hierin een prominente rol als pionier, natuurliefhebber en wikker en beschikker over leven en dood.
Autobiografisch relaas over de familie van de Israëlische schrijver Meir Shalev (1948). In deze memoires gaat Shalev terug naar zijn wortels in een pioniersfamilie uit Oekraïne, die in de jaren '20 van de 20e eeuw een bestaan opbouwde in het dorp Nahalal in Palestina. Centraal staat grootmoeder Tonja, die niet alleen een bindende factor is in de familie, maar ook haar omgeving in haar greep heeft met haar extreme schoonmaakdwang. Wanneer zij op een dag uit Amerika een stofzuiger cadeau krijgt, is dat slechts olie op het vuur van haar schoonmaakwoede. Shalev stamt uit een familie van fantasierijke verhalenvertellers, die hij in dit boek liefderijk en vol humor beschrijft.
Als wederdienst aan de Palestijnse man die ooit zijn leven redde, reist een Duitse arts naar Beiroet op zoek naar een vrouw die daar tijdens de Libanese Burgeroorlog is verdwenen.
Twee prille geliefden ontmoeten bij een diner in een prestigieus restaurant in Parijs een Franse miljonair. Er gebeurt iets vreemds, en hun romantische vakantie eindigt met een valse noot. Negen jaar later in Jeruzalem, de geliefden zijn inmiddels getrouwd en vormen een samengesteld gezin met een dochter die zij samen kregen en een dochter uit het eerdere huwelijk van de man, wordt het delicate evenwicht van hun leven verstoord door een telefoontje van de miljonair uit Parijs. Hij komt naar Israël en wil het paar ontmoeten.
Een jood-Roemeense vrouw van middelbare leeftijd, wonend in Israe͏̈l, moet een levensbedreigende operatie ondergaan; na de ingreep wordt zij verliefd op de (getrouwde) chirurg en verlaat haar vriend.
Als een bruid zich op de dag van haar bruiloft in haar kamer opsluit en zegt niet te willen trouwen, reageren de familieleden ieder op hun eigen wijze.
Een oudere, Canadese tweederangs televisieproducent van joodse afkomst besluit zijn memoires te schrijven omdat die van zijn gezworen vijand, waarin deze hem van moord beschuldigt, op het punt staan te verschijnen.
De voorstelling van een Israëlische stand-upcomedian, die wordt gadegeslagen door een gepensioneerde rechter met wie hij ooit bevriend was, gaat over in het persoonlijke verhaal over een traumatische jeugdervaring, wat de rechter confronteert met zijn verraad van hun vriendschap.
De in elkaar hakende verhalen spelen zich af in de fictieve kibboets Jikhat, halverwege de jaren vijftig. Ze schetsen portretten van een aantal inwoners van de kibboets, die eigen dromen hebben en persoonlijke pijn ervaren in de schaduw van een van de grootste collectieve dromen uit de geschiedenis van de twintigste eeuw.
Een Palestijnse en een Israe͏̈lische man raken bevriend nadat ze door het oorlogsgeweld in het Palestijns-Israe͏̈lische conflict elk een dochter hebben verloren.
Een vrouw gaat in op de noodkreet van haar stiefzoon in Israe͏̈l, maar ze komt te laat; vervolgens maakt ze een roadtrip door het land, op zoek naar antwoorden.
Als de Tweede Wereldoorlog is afgelopen en hij bevrijd is uit een getto besluit Ruben Jablonski naar Palestina te gaan; hij wil auteur worden om over het getto te schrijven.
Tien jaar nadat een jonge moeder zwaar gewond raakte bij een aanslag op een bus, komt de pijn weer opzetten. Ze probeert haar werk en gezin daar zo min mogelijk mee te belasten, maar merkt dat ze het contact met haar dochter steeds meer verliest.
In een in 2024 tot schokkende proporties teruggebracht Israe͏̈l, onherkenbaar veranderd en zwaar beveiligd, rijdt ambulanceman Bram Mannheim zijn diensten. Samen met een vriend werkt hij bovendien aan het opsporen van verdwenen joodse kinderen.
In de schaduw van een altijd dreigende oorlog beleven drie Israe͏̈lische meisjes hun diensttijd als een eindeloze verveling waarin maar weinig afleiding te vinden is.