In het Brussel van het interbellum onderzoekt een detective een mysterieuze plas bloed, terwijl de commissaris op de zaak van een serie verdwijningen zit.
De grote en natuurlijke vriendschap tussen een Europese en een Indonesische jongen, samen opgroeiend op een theeplantage, kan door verschillende voorvallen niet stand houden.
Brussel, 1922. Nabij de Grote Markt wordt een juwelier overvallen en neergeschoten. Een paar dagen later wordt de dader van de roofmoord dood gevonden, en staan inspecteurs Pynaert en De Cruyenaere voor een nieuw raadsel.
Als in 1924 in Brussel de dochter van een rijke industrieel vermoord wordt aangetroffen, gaat inspecteur Cyriel De Cruyenaere op onderzoek uit. Dan vindt er een overval plaats op de Algemene Spaar- en Lijfrentekas met explosieven, die de inspecteur leidt naar anarchistische kringen.
In de verdere lotgevallen van een Belgische vrouw tekent zich steeds meer de 'Belgische ziekte', de institutionele corruptie, af. Vervolg op 'Het goddelijke monster'.
Enkele persoonlijke ervaringen van een journalist maken dat hij heen en weer geslingerd wordt tussen begrip en afschuw bij de rassenrellen in Antwerpen.
Spionageaffaires uit vooral de jaren zeventig en tachtig van Oost-Duitse, Hongaarse en Roemeense spionnen in Brussel, waar het hoofdkwartier van de NAVO en de kantoren van de Europese Unie zijn gevestigd.
Een jurist in Europolitieke kringen raakt onverhoeds betrokken bij de georganiseerde misdaad op het moment dat hij het plan opvat zijn rijke vrouw te vermoorden.