Enschede, 2000. Joni Sigerius is de dochter van de rector magnificus van de Twentse universiteit. Ze drijft samen met haar vriend Aaron een handeltje dat ze liever verborgen houdt voor haar vader. Tijdens het jaar van de vuurwerkramp explodeert ook in het gezin de boel. Niet alleen lopen Joni en Aaron tegen de lamp, ook komt de zoon van Sigerius vrij uit de gevangenis van Scheveningen. Acht jaar later, wanneer Joni miljoenen verdient in Los Angeles, verneemt Aaron wat er zich werkelijk heeft afgespeeld.
Wanneer een 60-jarige Nederlandse rentenier in Parijs opeens een straathond in huis krijgt, leert hij tijdens wandelingen met het dier het andere Parijs kennen, een stad vol daklozen, junkies, bedelaars en vooral talloze illegalen. Zijn geweten gaat opspelen.
In 1914 verlaat het gezin van Ule (14, ik-figuur) huis en haard voor het naderende oorlogsgeweld van de Eerste Wereldoorlog. Vier jaar later keren ze terug, berooid en verloren, net als het Vlaamse landschap. Vanaf ca. 13 jaar.