Als in Vietnam de oorlog in alle hevigheid woedt en de Vietcong oprukt naar Saigon krijgt een revolutionaire Vietnamese officier van de communisten de opdracht de Zuid-Vietnamezen te bespioneren.
Een kind is door zijn taalachterstand beperkt in zijn vermogen om zijn gevoelens te uiten; volwassenen maken daar misbruik van om het kind te sparen voor de harde werkelijkheid.
In de jaren zestig in de VS beleeft de kleindochter van een blanke landeigenaar die in het geheim met zijn zwarte huishoudster was getrouwd hoe het racisme onhoudbaar is geworden en neemt wraak op de laatste hypocrieten en fanaten.
Jun-do is een eenvoudige jongen, zoon van een verdwenen moeder en een invloedrijke vader. Hij klimt op tot rivaal van de leider van de Democratische Volksrepubliek Korea. Jun-do proeft voor het eerst van de macht wanneer hij een kamp voor weeskinderen leidt. Híj selecteert welke kinderen mogen eten en welke worden uitgeleend voor zware fysieke arbeid. Vanwege zijn loyaliteit en scherpe instincten trekt hij al snel de aandacht van regeringsfiguren. Zo wordt hij een professionele kidnapper die, om in leven te blijven, eindeloos moet laveren tussen steeds wisselende regels, willekeurig geweld en de ronduit verbijsterende eisen van de opperheren.
Een jonge zwarte vrouw uit het Zuiden van de Verenigde Staten wordt zich, na een periode van vernederingen zonder verzet, met hulp van andere vrouwen bewust van eigen kracht en van haar recht op een eigen leven.
De 18-jarige slavin Cora, die haar hele leven al op een katoenplantage werkt, probeert met de oudere Caesar te ontsnappen en begint aan een tocht die maanden zal duren en vele verschrikkingen kent.