Een zestienjarige Française en een arts van Frans/Hai͏̈tiaanse afkomst vatten ten tijde van de cholera-epidemie van 1832 in Parijs een intense liefde voor elkaar op.
Door zich te onthouden van iedere handeling en ook van inmenging in levens van anderen probeert een jonge man zich te isoleren om zo de zinloosheid van het leven op het spoor te komen.
De auteur schetst het geromantiseerde levensavontuur van zijn betovergrootvader die eind 18e eeuw de politieke chaos in Piemonte ontvlucht en naar India vertrekt.