Alphonse is met zijn geliefde Kat verhuisd naar de Vlaamse Westhoek. Ver weg van het drukke Brussel en het wisselvallige muzikantenbestaan is hij gelukkig met zijn eenmansklusjesbedrijf. Zijn klanten zijn lovend over zijn werk, en nog meer onder de indruk van hemzelf. Alphonse verspreidt rust, mensen stellen zich open voor hem, hebben zo sterk de behoefte aan zijn adviezen dat ze hem gaan opeisen. Alphonse is zich bewust van zijn charisma, maar wil goeroe noch Jezus zijn.
Een kunstenares zit op een dood spoor in haar leven, zowel in de liefde als in haar kunst. Dan besluit ze een rigoureus project aan te gaan in samenwerking met een fotograaf.
Romy, een jonge weduwe, gaat op vrijdagochtend langs bij haar buurvrouw Irma, een oude balletdanseres. Romy ontdekt dat Irma niet meer leeft en heeft het stellige idee dat er iets in de woning is veranderd. Ze vermoedt dat Irma het slachtoffer is van een roofoverval, en tot haar schrik is de eerste aan wie ze denkt haar eigen zoon, Cristian. Pas 's avonds durft Romy de hulp in te roepen van de huismeester. Hij laat niet merken andere gedachten te hebben over Irma's dood, maar zijn ridderlijke houding is niet geheel onbaatzuchtig.
Brooke is een jonge, zwakbegaafde vrouw uit Amsterdam-Noord met een passie voor zangeres Céline Dion. Na een reeks dramatische gebeurtenissen heeft Brooke nog maar één doel: Céline zien optreden. Dus reist ze in haar eentje naar Las Vegas. Op Schiphol, en later ook in het vliegtuig, schrijft ze achttien brieven aan haar idool. Daarin vertelt Brooke over het leven in Amsterdam-Noord, over haar moeder, haar zus, het huis op de Waddenweg... Stap voor stap onthult ze haar grootste geheim.
Een kunstenares zit op een dood spoor in haar leven, zowel in de liefde als in haar kunst. Dan besluit ze een rigoureus project aan te gaan in samenwerking met een fotograaf.
Een man heeft gezien hoe zijn vader zijn moeder vermoordde, maar uit een door zijn moeder geschreven briefje blijkt dat zij het gezin, bestaande uit twee jongens en een meisje, in de steek heeft gelaten.
Alphonse is met zijn geliefde Kat verhuisd naar de Vlaamse Westhoek. Ver weg van het drukke Brussel en het wisselvallige muzikantenbestaan is hij gelukkig met zijn eenmansklusjesbedrijf. Zijn klanten zijn lovend over zijn werk, en nog meer onder de indruk van hemzelf. Alphonse verspreidt rust, mensen stellen zich open voor hem, hebben zo sterk de behoefte aan zijn adviezen dat ze hem gaan opeisen. Alphonse is zich bewust van zijn charisma, maar wil goeroe noch Jezus zijn.
Brooke is een jonge, zwakbegaafde vrouw uit Amsterdam-Noord met een passie voor zangeres Céline Dion. Na een reeks dramatische gebeurtenissen heeft Brooke nog maar één doel: Céline zien optreden. Dus reist ze in haar eentje naar Las Vegas. Op Schiphol, en later ook in het vliegtuig, schrijft ze achttien brieven aan haar idool. Daarin vertelt Brooke over het leven in Amsterdam-Noord, over haar moeder, haar zus, het huis op de Waddenweg... Stap voor stap onthult ze haar grootste geheim.
Romy, een jonge weduwe, gaat op vrijdagochtend langs bij haar buurvrouw Irma, een oude balletdanseres. Romy ontdekt dat Irma niet meer leeft en heeft het stellige idee dat er iets in de woning is veranderd. Ze vermoedt dat Irma het slachtoffer is van een roofoverval, en tot haar schrik is de eerste aan wie ze denkt haar eigen zoon, Cristian. Pas 's avonds durft Romy de hulp in te roepen van de huismeester. Hij laat niet merken andere gedachten te hebben over Irma's dood, maar zijn ridderlijke houding is niet geheel onbaatzuchtig.