1897. Vier gezinnen bewonen een landgoed in de Povlakte. Gebouwen, land en vee zijn eigendom van een grootgrondbezitter die tweederde van de oogst opeist. Wanneer de zesjarige Menek – de enige die naar school gaat – zijn klomp breekt, werkt zijn vader dag en nacht om een nieuwe te maken. Hij heeft hiervoor echter hout gebruikt van een boom die hij zonder toestemming heeft geveld.
Om de burgeroorlog in Sri Lanka te ontvluchten doen een man, een vrouw en een meisje alsof ze een familie vormen om zo als vluchteling te worden erkend in Frankrijk.
Een kleine jongen maakt een rode ballon los die is blijven vasthangen aan een lantaarnpaal. Tot grote verbazing van de buurtbewoners blijft de magische ballon de kleine jongen achtervolgen doorheen de straten van Parijs