Een elfjarige jongen probeert zijn gezin eind jaren zestig op het Deense platteland bij elkaar te houden, ondanks zijn vader, de plaatselijke melkboer, die psychisch labiel maar welbespraakt is.
Een elfjarige jongen probeert zijn gezin eind jaren zestig op het Deense platteland bij elkaar te houden, ondanks zijn vader, de plaatselijke melkboer, die psychisch labiel maar welbespraakt is.
Een gezin eind jaren zestig op het Deense platteland. De elfjarige Alan probeert het gezin bij elkaar te houden. Zijn vader, de plaatselijke melkboer, is psychisch labiel, maar welbespraakt. Zijn hobby is grafredes houden voor overledenen uit het dorp. De gezinssituatie verslechtert als Allans 14-jarige zusje weigert met haar vader op de bank te liggen. Allan is nog te jong om te begrijpen wat er allemaal gebeurt in het gezin. Hij snapt niet waarom zijn zusje zich steeds vreemder en opstandiger gaat gedragen.