In het interbellum kwam de emancipatie van de massa in een stroomversnelling terecht. Diverse culturele spelers in Vlaanderen grepen die maatschappelijke ontwikkeling aan om een steeds groter en heterogener publiek in te wijden in de lange tijd als elitair beschouwde cultuur. Ze verbonden die democratisering van de cultuur met een pedagogisch project. Ze wilden kennis verstrekken over de wereld, de mens en de plaats van literatuur in het leven; ze wilden informeren, moraliseren en leren lezen. Vier populaire figuren uit het interbellum spelen in dit boek de hoofdrol: de vertellers Warden Oom en Ernest Claes; de dichteres Alice Nahon ; en de socialistische criticus Raymond Herreman. Het zijn namen die ooit het publieke gezicht van de literatuur uitmaakten, en die vandaag nog altijd tot de verbeelding spreken, maar die voorheen amper het onderwerp waren van literair-historisch onderzoek.