Nadat Mozes het Israelische volk bevrijdde valt het hen zwaar om in vrijheid te leven. Ze vinden vuil water. Mozes maakt van bitter, zoet water. Hij roept op om op God te vertrouwen. God belooft om voor eten te zorgen. Ze zijn afhankelijk van God; de aarde behoort God toe. (cop. Desmaele)