Boek
Een zwarte Pool
Karst Woudstra (Auteur)
Lilly en Seiffert van der Merwede, welgestelde, moderne dertigers,-zij runt een sjieke party-service, hij is notaris - treffen de voorbereidingen voor een feestelijk dineetje met een paar goede vrienden. Seiffert probeert Lilly op te vrijen, maar die reageert afwijzend. Daan en Marguérite arriveren. Daan is de vroegere minnaar van Lilly, voor hij Marguérite ontmoette en Lilly overdeed aan Seiffert, zijn boezemvriend en studiegenoot. De seksuele relatie tussen Daan en Lilly is echter blijven bestaan, ook na Lilly's huwelijk met Seiffert, een situatie die zeventien jaar heeft geduurd. Zygmynt komt thuis met het eten dat hij bij een traiteur, een zakenrelatie van Lilly, heeft afgehaald. Hij is een Poolse biologiestudent, die enkele weken bij Lilly en Seiffert logeert en in het zwart huishoudelijk werk verricht teneinde zijn grote droom bijeen te kunnen verdienen: naar de Galapagos-eilanden reizen om de albatrossen te aanschouwen voordat die uitgestorven zullen zijn. Marguérite, tamelijk onzeker en niet al te snugger, zwaar gefrusterd door een Roomse nonnenschool en helemaal op de alternatieve, antroposofische toer, vindt de jongen onmiddellijk erg aardig en knoopt in gebrekkig Engels een gesprekje met hem aan over wodka, Walesa, God, aids en albatrossen. Lilly probeert Daan naar haar slaapkamer te krijgen, maar hij weigert, omdat hij een half jaar tevoren resoluut een punt gezet heeft achter hun sex-relatie. Sindsdien is het ook sexueel misgegaan tussen Lilly en Seiffert. Deze vraagt, in de hoop daardoor zijn huwelijk te kunnen redden, of Daan de bed-relatie met Lilly weer wil hervatten. Ze beschuldigen elkaar van gebrek aan wilskracht en er ontstaat een handgemeen, waarbij Zygmynt tussenbeide springt. Lilly is razend als Daan haar bekend heeft, dat hij eigenlijk nooit echt verliefd op haar geweest is en haar destijds welbewust aan Seiffert heeft "overgedaan". Marguérite verhoogt de crisissfeer door op te biechten dat zij zeventien jaar lang op de hoogte was van het overspel tussen Daan en Lilly. Tegenover een halfslapende Marguérite en een door de taalbarrière nauwelijkse begrijpende Zygmynt vertelt Seiffert hoe hij, van huis weggelopen uit angst voor zijn despotische vader, opgevoed werd door de ouders van Daan en hoe tussen hem en Daan een wederzijdse affectie, afhankelijkheid en rivaliteit ontstaan is. Niemand vermag nog de spaakgelopen verhoudingen te herstellen: Lilly verlaat stante pede het pand; Daan en Marguérite gaan naar huis; Seiffert zal de volgende dag voorgoed het land verlaten en geeft Zygmynt de complete reissom voor de Galapagos-eilanden na symbolisch met hem van kleding te hebben geruild. (cop. NCA)