Boek
Alice
Jan De Vuyst (Auteur),
Lewis Carroll (Naar het werk van)
Deze Alice is een muzikale familievoorstelling, naar Carroll's beide boeken Alice in Wonderland en Through the Looking-glass. Het is een vrije bewerking, waarin ruimte is voor grootschalige mise-en-scène effecten en veel liedjes. Zoetsappig is deze bewerking zeker niet. Om het verhaal (dat oorspronkelijk een verzameling is van tamelijk losse anekdoten) bij elkaar te houden, is gezocht naar een doorlopend motief. Dan is de vraag wie het verhaal droomt waarin Alice is terechtgekomen. Want als jouw leven gedroomd wordt door iemand anders, is je leven om, als de droom uit is. Een oude man, Paai Witbol, verteld in de proloog, dat Alice nooit droomt. Dan steekt er een storm op. Alice ontwaakt en merkt dat haar hond Isomo kan praten. De Witte Koningin komt binnen, die zegt dat ze haar moeder is, maar Alice herkent noch haar noch haar broer Jean-Baptiste. Is ze haar geheugen kwijt? Jean-Baptiste sluit Alice op alsof ze een stuk speelgoed is; maar met hulp van Isomo ontsnapt ze, door heel klein te worden, via de gootsteen. Alice zwemt door de riool en ontmoet de slijkmensen. Begeleid door een rat danst ze mee op een feest. Plotseling wordt het weer donker. Nu is ze terechtgekomen bij het onderkomen van de Kat en de oude Paai Witbol. Paai Witbol betwijfelt of je in iemands droom gevangen kunt zitten. Het gesprek wordt verstoord door een nijdige Jean-Baptiste op zoek naar zijn 'speeltje' en Alice verstopt zich. Jean-Baptiste 'droomt Witbol de grond in', waar deze in een vlinder verandert; door zich te kleden in een van de vleugels, zal Alice altijd de weg terugvinden. De grijns van de Kat doemt op, om te vertellen dat ze naar het feest van de Koningin zal gaan; maar hoe en wanneer zegt hij er niet bij. Alice wordt overvallen door twee mechanische mannetjes, Tiedeldie en Tiedeldum. Met veel moeite leert ze mee te praten in hun rijm en maat. De mannetjes geven haar thee te drinken, waarvan ze in slaap valt. De scène verandert in het hof van de Koningin en de Koning. De Koningin wordt omringd door een schare onthoofde mensen; het Witte Konijn maakt foto's. Ook Jean-Baptiste is er. Alice wordt wakker, terwijl Jean-Baptiste en de Koningin ruzie met elkaar maken. Volgens de Koningin is Alice bedrog. Het feestje van de Koningin is niet bepaald gezellig. De Koning jaagt iedereen angst aan; de Koningin roept om de haverklap 'Kop af' en vervolgens moet Alice met haar kegelen. Maar dan met een echt hoofd en mensen als kegels, waarbij Alice telkens moet verliezen. Als de Kat verschijnt, raakt de Koningin uit haar humeur en roept weer 'Kop af!'. Voor ze het weet, ligt Alice onder het hakblok. Dat het vonnis nog geveld moet worden hindert niet, dat kan ook na de voltrekking. Als haar laatste wens vraagt Alice om een behoorlijk proces. Jean-Baptiste formuleert de beschuldeging. De Koningin onderbreekt de terechtstelling voor een groepsfoto en Alice ontsnapt door in de lens te springen en achter de spiegel te verdwijnen. Tweede deel: Alice belandt in Spiegelland. Uiteraard gaat daar alles precies omgekeerd. Alice belandt met Isomo in een hotel en ontmoet Slankie Pankie, die haar verder begeleidt. Op de vraag wat ze daar komt doen, antwoordt Alice dat ze degene wil vinden die haar droomt, waarop Slankie-Pankie zegt dat ze dan koningin moet worden. Alice spreekt met de Zwarte Koningin; die leert haar te groeien en te weten wat mooi is, door in zichzelf te verdwijnen. Slankie Pankie wordt gekidnapt door Tiedeldie en Tiedeldum. De Witte Koningin verschijnt de Slankie-Pankie sterft voor de ogen van Alice. Haar laatste opdracht is de Zwarte Ruiter te vinden. Op de bewegingen van een ballet verschijnt een zwart geharnaste ruiter, die op zoek is naar een meisje dat Alice heet. Om haar te krijgen moet hij eerst vechten met de Witte Ruiter. Hij laat zijn paard achter, om Alice naar het paleis van de Zwarte Koningin te brengen. Alice ontmoet de Witte en de Zwarte Koningin, in een zaal waar de hoofden van de andere personages als schaakstukken opgesteld staan. Ze krijgt een aantal vragen te beantwoorden, zoals het raadsel 'Waarom lijkt een raaf op een schrijftafel?' Haar broer Jean-Baptiste kiest voor het eerst partij voor haar en tenslotte ontdekt Alice, dat zij het is die zichzelf droomt. (cop. NCA)
