Dit cabaret is cabaret: een bonte afwisseling van sketches, liedjes, monologen en wat choreografie. Dit alles in een ogenschijnlijk vrij los verband. Los verband? Los ja, omdat -voor wie dat echt wil- een vrije keuze gemaakt kan worden uit het aangeboden materiaal. Inderdaad niet alle delen en niet alle sketches dienen gespeeld te worden, liedjes kunnen weggelaten worden, monologen en de choreografie geschrapt. Ook de volgorde van verschillende scènes is voor interpretatie vatbaar. Wie het cabaret in zijn geheel brengt, zal verrast worden door de veelzijdige samenhang. Een goede regie zal erop toezien deze verbanden te accentueren. De samenhang tussen de uiteenlopende scènes blijkt o.a. uit: de vrouw als centrale figuur en thematiek, het personage van de werkvrouw als rode draad: haar stereotiepe terugkerende handelingen, haar stereotiepe taal met het terugkerend motief 'Ik werk...', haar eigenheid en ook verscheidenheid: ze is werkvrouw maar ook huisvrouw, (toekomstige) moeder, sloper, ..., de schoen als leidmotief en als rekwisiet, de samenhangende thematiek van de verschillende delen en scènes. (cop. Degeest)
Een gek doet beroep op een psychiater. Hij heeft een collectie vrouwen in zijn hoofd. Vrouwen die hem zeggen wat hij te doen en te laten heeft; zijn moeder, zijn tante, een jeugdvriendin, zijn vrouw, zijn maîtresse, zijn secretaresse en zijn dochter. Gedurende de therapeutische sessies ontdekt hij dat die stemmen niet alleen tot hem spreken, maar ook tot elkaar. Ze hebben conflicten met elkaar. Uiteindelijk besluiten de vrouwen dat ze een proces moeten houden over hem. In het stuk wordt geoordeeld over schuld en onschuld, niet enkel van de man, maar ook van de vrouwen. Tot hij snapt dat er meer mis is dat iedereen hem bedrogen heeft Ik zal hier maar niet uitleggen wat het postmodernisme denkt over de zelfstandigheid van een gek als U en ik U leest maar (cop. VVT)
6 sketches en één korte monoloog. Afzonderlijk op te voeren of als een geheel. Sommige sketches kunnen ook met of door kinderen of jongeren worden gebracht. 1. De ster: Enkele sterren met de namen van weermannen en -vrouwen van Vlaamse tv-zenders verschijnen aan het firmament. De ster met de meeste lichtsterkte wijst de drie koningen op hun kamelen de weg. 2. Drie koningen: Drie hippe koningen zijn al rappend op weg naar de stal. 3. De stal: Jef en de hoogzwangere Marie komen binnen in een stal. Plots valt een Babyboom filmploeg binnen. 4. De geboorte: De geboorte wordt in stomme film-stijl gebracht. Groepje clochards troepen samen rond een vuur. In een kartonnen doos wordt een kind geboren. 5. In de kroeg: Boer Kamiel vertelt in de kroeg aan zijn vriend boer Gust een wonderlijk verhaal. Hij gaf een koppel, waarvan de vrouw hoogzwanger was, onderdak. 's Nachts werd hij gewekt door trompetgeschal. Rare kwieten op kamelen boden hem geschenken aan. Kamiel wou de vreemdelingen eerst wegsturen, maar werd toen gecharmeerd door het pasgeboren kindje. 6. De klacht van de soldaat (monoloog): Het verhaal over een jongeman die in het leger gaat en daar eerst trots op is. Tot hij op een dag de opdracht krijgt kinderen te vermoorden. De soldaat flipt en vermoordt een medesoldaat als die het kind van een oudere man en een jonge vrouw wil afslachten. 7. Talkshow: Verslag van een ooggetuige Een televisie-opname waarbij de ezel zijn versie van de feiten mag geven bij de tocht naar Betlehem, de geboorte in een stal en vervolgens de vlucht naar Egypte. De ezel laat niet na zijn aandeel sterk te overdrijven. (cop. Verbelen)
Christine, een wat verlegen laatstejaars humaniorastudente met een strenge ma wordt verliefd op Peter die pas verhuisd is en zijn laatste jaar in Christines school komt studeren. Op een avond, wanneer Christine, aangespoord door haar goede vriendin, stiekem van huis wegsluipt om uit te gaan en Peter te zien, wordt ze bedreigd door een aanrander. Ze komt er met de schrik van af maar later duikt de aanrander opnieuw op en het komt tot een handgemeen met Peter. De aanrander bewerkt Axel, die tussenbeide komt, met een mes en dreigt dat ook Christine eraan zal geloven. (cop. GOOSSENS)
