Voor deze bundel heeft Coetzee een keuze gemaakt uit eerder verschenen essayverzamelingen. In 13 beschouwingen gaat hij in op o.a. Dostojewski, Emants, Borges, Breytenbach, Mulisch en Nooteboom. Coetzee zegt te onderzoeken wat hun werk klassiek maakt, maar in feite geeft hij vooral een persoonlijke leeservaring waarin hij sterke verbanden legt tussen drijfveren en receptie van respectievelijk de auteurs en hun werk. De grote belezenheid van Coetzee maakt het hem mogelijk de werken te plaatsen in een weids panorama van literaire verwantschappen, waarna hij ze hun unieke identiteit teruggeeft.