Tijdens de zwarte plaag in de 14de eeuw in Europa krijgt een ridder de opdracht om een meisje te vervoeren, dat ervan verdacht wordt een heks te zijn die verantwoordelijk zou zijn voor de plaag. De ridder denkt echter dat ze valselijk wordt beschuldigd en samen met een groepje aanhangers probeert hij het meisje naar een mysterieuze plaats te brengen, waar haar onschuld bewezen kan worden, en waar ook de plaag gestopt kan worden.
Als een geschiedenisdocente een dagboek uit 1064 vindt van een weefster die werkt aan het tapijt van Bayeux, krijgt ze een heel andere kijk op de Engelse geschiedenis en op haar eigen leven.
Nadat een Engelse edelman is opgegroeid tussen de vikingen in Noord-Engeland ten tijde van koning Alfred de Grote, maken zijn banden met beide groepen het voor hem moeilijk om partij te kiezen.