In 'Herinneringen' beschrijft de auteur zijn jeugd en de relatie met zijn ouders. De sterke band tussen hem en zijn moeder, een onderwijzeres, die hem van het Ierse landschap en de natuur leert houden. De weg naar school 'langs het huis en de poel van Brady en het huis waar de oude gebroeders Mahon woonden, langs de diepe, donkere steengroeve en over de spoorbrug...' duikt steeds als een mantra in deze passages op. Zij overlijdt als hij negen jaar is; aan het slot beseft hij 'dat ze mijn hele leven bij me is gebleven'. Daartegenover staat de strenge, autoritaire vader, een politiebrigadier, die 30 kilometer verderop in de kazerne woont en zich alleen op verlofdagen laat zien.
