Smeets beschrijft de tragische geschiedenis van Makoy, een van de leiders van een lokale volksbeweging, tegen de achtergrond van de honderden verdwijningen en moordpartijen op de Filipijnse eilanden. In het gezelschap van een vriend maakte de jonge Joris Smeets een reis naar de Filipijnen. Die reis bracht hem naar paradijselijke stranden en gastvrije dorpen. Maar ook de armoede en grimmige ongelijkheid ontgingen hem niet. Drie jaar later keert de auteur terug om er vrijwilligerswerk te doen en raakt bevriend met Makoy. Die toont hem het leven zoals het is in zijn thuisprovincie Kalinga.