Deze roman bevat verschillende verhaallijnen die door een aantal leidmotieven met elkaar verbonden zijn. De drie belangrijkste verhalen spelen zich respectievelijk af in het Weimar van de jaren '20, In London in de jaren '80 en in een Romeinse stad in 203 na Christus. De hoofdrolspelers in die verhalen zijn Christian : een jonge artiest die naar Weimar reist om aan het Bauhaus te studeren net wanneer de avant-garde met conservatieve krachten in het naoorlogse Duitsland geconfronteerd wordt ; Duncan die met behulp van een erfenis de eerste boekenwinkel voor homo's in Londen opricht en daarbij in conflict komt met de buurt en politie en Perpetua, een jonge vrouw die gefascineerd raakt door het christendom, verboden door de Romeinse keizer Diocletian. Vriendschap, bevrijding en vreugde zijn centrale thema's in deze verhalen. Hensher richt zijn pen op kleine groepen mannen en vrouwen die de wereld proberen te veranderen door hun leven als voorbeeld te stellen.