Tijdens een reis naar Benin krijgt de schrijfster een onthutsend beeld van de westerse ontwikkelingshulp aan dit land; aangevuld met enkele columns over Suriname.
Humoristische belevenissen van de auteur, afkomstig uit Noord-Ierland, die samen met de ingehuurde taxichauffeur Isidore eerst korte ritten maakt in en rond Cotonou en later het binnenland gaat verkennen, waarbij Isidore zich ontpopt zich als een overbezorgde gids wat zorgt voor grote ergernissen over en weer.