Meester Tuur gaat een van zijn leerlingen uit de zesde klas in het ziekenhuis opzoeken. Fons is namelijk met een mes gestoken door Mark, ook een jongen uit de zesde. Meester Tuur voelt zich wel wat schuldig. Hoe is het in godsnaam zover gekomen? En dan denkt hij hoe het allemaal begonnen is. Hilde, Linda en Lut zitten bij Fons in de klas. Lut vindt Fons maar een rare, die zit buiten schooltijd altijd in z'n volière. Die heeft nog niet eens een brommer. Haar vriend Peter wel! Hilde vindt het een opschepster, en Linda, tja, die vindt Lut toch wel tof, maar Hilde ook, en ze vindt zichzelf eigenlijk maar stom. Op een dag komt er een nieuwe leerling: Mark, uit Antwerpen. Lut zit er direct achteraan, en ze heeft de pest erin dat Mark het al gauw goed met Fons kan vinden. Mark gaat zelfs eens naar Fons zijn volière kijken en dan krijgt ie een vogel mee! Als zij met zijn allen de muur van het fietsenhok op school mogen schilderen, worden de spanningen tussen de leerlingen wel erg groot, en wordt het verven een echte klodderboel. 's Anderdaags als ze weer naar school komen, is de muur weer grijs. Ze zijn erg kwaad, de sfeer is om te snijden, en Lut maakt enorme ruzie met Fons. Mark moet ook niets meer van Fons hebben. Daarna wil hij het toch goed maken. Maar dat is niet zo gemakkelijk, en per ongeluk steekt hij Fons met een mes neer. Ja, zo is het allemaal gebeurd, denkt de meester. Wat moeten we nu eigenlijk doen? (cop. T SjosJeeTee)
