Kort na zijn huwelijk met Guinevere, geeft Koning Arthur opdracht om een mysterieuze tovenaar, Kerwijn de magiër, die zijn gezag ondermijnt, te onderwerpen. Johan en Lancelot aanvaarden de opdracht maar ook Walewijn, een jonge onbesuisde ridder, wil, opgehitst door de verrader Modred, deze klus klaren en liefst voor de Rode Ridder en zijn vriend de burcht van Kerwijn bereiken...
Na de overwinning op de Picten ("De Wilde Horde") begint Arthur aan zijn strijd tegen het onrecht. Na een taak uitgevoerd te hebben voor de koning , keert Hugon de hofnar huiswaarts. Hij komt een groepje soldaten tegen, die een paard afmaken dat slecht ten val kwam. Wanneer ze Hugon zien, eisen ze zijn paard op. Hugon weigert en bijt van zich af. De soldaten die op weg zijn naar hun heer Codrick zien van een achtervolging af, omdat ze gehaast zijn. Bij de eerste burcht die Hugon tegenkomt vraagt hij onderdak voor de nacht. Hugon wordt gastvrij ontvangen in de burcht van de zieke heer Rowan en zijn dochter Eliane. Na het avondmaal dienen enkele andere gasten zich aan...
Een groepje kinderen vindt tijdens het spelen in de wouden van Mershood de stenen beeltenis van een raaf. Sinds die dag wordt de streek geteisterd door angst& Hugon, de hofnar, overschouwt de oefenterreinen van de ronde tafelridders. Guinevere treft hem aan in een zeer weemoedige bui. Ten einde raad, raadpleegt ze Merlijn. Op zijn beurt zoekt Merlijn Hugon op. Zijn bemoedigende woorden hebben weinig resultaat. Hugon zou graag laten zien wat hij waard is. Enkele dagen later is Guinevere samen met Lancelot en Johan op jacht. Plotseling bemerkt Johan een man in een roeibootje in het riet. De man is zwaargewond en brengt nog enkele woorden uit alvorens hij sterft. Deze woorden : " terreur, raven, te laat" prikkelen Arthur's nieuwsgierigheid. Op Arthur's aanwijzing gaat Johan de tas van de overledene onderzoeken. Deze blijkt echter gestolen te zijn. De dader is nog in de buurt, het is Hugon !
We vinden Johan langs de rand van een uitgestrekt woud, waar hij op weg is naar de nabijgelegen stad Zabriz. Voordat Johan daar arriveert heeft hij een ontmoeting met een vreemde vrouw, die hem op weg helpt naar de stad en hem waarschuwt voor de Rifka's, de kwaadaardige bosdwergen die in het woud leven. Nog voordat hij haar meer kan vragen is ze verdwenen en is hij genoodzaakt zijn tocht verder te zetten...