De twaalfjarige Larten Crepsley ontvlucht de fabriek en verstopt zich in het kerkhof. Daar leert hij de vampier Seba Nile kennen. Larten wordt zijn leerling en leert alles over de wereld 's nachts.
De vampiers Larten en Wester zijn pas ontsnapt aan hun mentor Seba Nile en sluiten zich aan bij de welpen, voor wie alles draait om bloed drinken en plezier maken. Larten moet kiezen tussen loyaliteit aan zijn meester en het losbandige leven van de welpen.
Vampier Larten Crepsley doolt over de vlakten van Groenland met een baby die hij in veiligheid wil brengen. Door een wonder overleven ze de kou en duisternis. Larten besluit een nieuw leven te beginnen in Parijs, maar zijn verleden laat hem niet met rust.