Op een ijskoude ochtend in januari 1943 worden 230 vrouwen uit het Franse verzet in veewagens naar Auswitz vervoerd. De jongste was een schoolmeisje van vijftien, de oudste een boerin van 68. Toen de trein vertrok zongen ze het Franse volkslied. Deze heldinnen waagden hun leven en kwamen terecht in een hel; 49 van hen keerden terug naar huis. Moorehead verdiepte zich jarenlang in de verhalen van deze vrouwen en las al hun dagboeken en brieven. Ze laat zien wie ze waren, waarom ze in het verzet gingen en hoe ze werden verraden en opgepakt door de Franse politie en de Gestapo.