De boeren van Shiloh verbouwen katoen. Ze leven op zichzelf, maar zijn gelukkig. Tot de katoenmarkt instort. Aanvankelijk reageren ze vol ongeloof, daarna opstandig en ten slotte gelaten. Ze spreken elkaar moed in en zijn ervan overtuigd dat ze de crisis te boven zullen komen. Maar dat valt niet mee.
De dagloners Lennie en George trekken van ranch naar ranch op zoek naar werk, waarbij ze zich op de been houden door te dromen over een eigen boerderij met een stukje grond. George is de verstandigste en hij kan tevens mooie verhalen vertellen. Lennie is de grote dommekracht, die in zijn hartstocht muizen, honden en zelfs mensen dooddrukt. Na een handgemeen met de zoon van een ranch-eigenaar wordt Lennie in grote moeilijkheden gebracht door een vrouw. Om een lynchpartij te voorkomen, schiet George zijn vriend neer.