In dit boek, gebaseerd op historische documenten, beschrijft de auteur Nazi-Duitsland. Hij doet dat aan de hand van een aantal Duitsers, die aan de zelfkant van de Hitler-maatschappij stonden : homoseksuelen, Joden, een adellijke travestiet, een communist en een zigeunerin.
In het Wenen van 1910 pakt een inspecteur van politie het onderzoek naar de moord op een jonge vrouw wetenschappelijk aan, terwijl zijn Hongaarse echtgenote en haar vriendin stiekem met alternatieve methoden naar de dader speuren.
Viktoria kent in haar leven twee grote liefdes. De eerste is het hotel dat door haar vader gebouwd is. Sinds zijn overlijden leidt ze het met de hulp van haar man. Voor zakenvrouwen is er echter geen plaats in het Duitsland van Hitler. De tweede grote liefde is haar zoon Stefan. Alleen zij weet dat hij geboren is uit een kortstondige relatie met een neef van haar man, graaf Peter von Biederstein. Als Peter na een lang verblijf in het buitenland terugkeert vreest Viktoria dat haar man de gelijkenis tussen zijn neef en de zoon zal opmerken.
De Hongaarse schrijver laat zijn alter-ego Kornél Esti in 18 hoofdstukken vertellen over de hoogtepunten van zijn leven. Samen vormen ze een virtuoos geschreven ontwikkelings- of schelmenroman waarin Kornél Esti verhaalt over zijn jeugd en zijn tijd op school, over zijn reizen door Europa en over zijn avonturen in het journalistencafé. Kornél Esti is een scherp waarnemer van zijn omgeving en een briljant chroniqeur van zijn tijd. Hij verpersoonlijkt de wijsgeer en de nar die tegelijkertijd een doodgewone bohémien blijft in het Boedapest van de jaren dertig.
St. Petersburg, 1914. Twee broers houden zich vooral bezig met de aanleg van een voetbalveld, maar langzamerhand dringen de gebeurtenissen in de buitenwereld in hun rustige leven door.