Parijs, 1682. De 17-jarige Rose-Angélique de Villefranche, opgevoed om te schitteren aan het hof van Lodewijk XIV, moet Versailles onverwacht verlaten. De gevaarlijke vijanden van haar vader hebben het ook op haar gemunt. Ze belandt in een streng klooster als novice en krijgt het zwaar te verduren. Rose is er veilig, maar heel ver weg van Versailles en van haar geliefde Jean-Jacques. Met dit boek geeft de schrijfster een prachtig beeld van het leven in Parijs tijdens de periode van Lodewijk XIV.
Spannend en romantisch verhaal over trouwe, vechtlustige vrienden, die het als musketiers van koning Lodewijk XIII dikwijls op moeten nemen tegen de Gardisten van kardinaal Richelieu en verwikkeld raken in diverse samenzweringen.
Als een protestantse vrouw om haar gezin te redden een beroep doet op de verliefdheid die de katholieke Zonnekoning Louis XIV ooit voor haar voelde, pakt dit heel anders uit dan zij verwacht.
Een protestantse vrouw van adellijke afkomst probeert door middel van een list te ontsnappen aan het oppervlakkige hofleven en de begeertes van de katholieke Zonnekoning Louis XIV.