Interessante locaties/weersomstandigheden, mensen en dieren maar ook heel verschillende objecten worden gecombineerd en dienen als rode draad voor het vertellen van spannende verhalen. Ze kunnen zowel in individuele situaties als in kleine groepjes worden gebruikt als onderdeel van inclusief onderwijs, ondersteuning of therapie. Gevarieerde mondelinge en schriftelijke spelvormen en oefeningen zorgen voor spannend vermaak. Aansprekende motieven nodigen uit om verhalen te vertellen en te fantaseren.
Veel kinderen hebben problemen met voorzetsels. Met de beeldverhalen leren ze de ruimtelijke begrippen concreet toe te wijzen en taalkundig correct toe te passen. Gelijktijdig wordt hierbij hun fantasie opgewekt. Ieder verhaal heeft vier kaarten. In het middelpunt van iedere kaart staat een doelzin die een bepaald voorzetsel afbeeldt. Op de eerste beide kaarten begint het verhaal, de kaarten drie en vier bieden twee verschillende oplossingen aan hoe de handeling kan worden vervolgd.\n\nHet is voor de kinderen belangrijk, dat ze de ruimtelijke toewijzing herkennen en gedurende het vertellen taalkundig correct vertalen. Met de vraag naar de plaats waar zich een persoon of voorwerp bevindt of naar de richting waarin zich een persoon beweegt, kunnen de kinderen in de dialoog tot het "grondbeginsel" van de kaart worden gevoerd en zodoende tot het correcte voorzetsel. De beeldverhalen kunnen ook onafhankelijk van de voorzetsels als verhalen met verschillende afloop worden toegepast.
De kaartjes met de uitwisselbare beeldelementen geven het kind de mogelijkheid om een actieve rol te spelen bij het uitwerken van beeldverhalen. Kinderen vinden het interactieve spel leuk, omdat zij bij iedere stap de mogelijkheid hebben om details van het verhaal door middel van uitwisselbare elementen zelf te bepalen. Daarbij worden vele belangrijke basisvaardigheden bevorderd: creativiteit, communicatie en taalvermogen, fantasie en logisch denken. Geschikt voor basisschool, kleuterschool, eerste schooljaren en therapieën.
Differento “zoek de verschillen!” Traint niet alleen opmerkingsgave en taalvaardigheid, maar ook veel andere belangrijke basisfuncties, zoals horend begrijpen, ruimtelijke oriëntatie, geheugen en concentratie. Op 30 paren figuurkaarten staat telkens dezelfde afbeelding, maar met verschillende details op de twee kaarten van elk paar. Elke spelpartner krijgt een kaart en moet, door de ander vragen te stellen, achter de verschillende details komen zonder de kaart van de ander te kunnen zien. Elke keer als er een verschil ontdekt is, wordt een van de keerkaarten op de tafel omgedraaid. Hoe meer verschillen er ontdekt zijn des te spannender wordt het spel, want de winner is degene die het laatste detail kan noemen en daarom de laatste keerkaart kan omdraaien.