Een joodse godsdienstpsycholoog heeft succes met een boek waarin hij het bestaan van God op logische gronden verwerpt, maar voelt een groeiend heimwee naar zijn joodse wortels.
Als Tibbe, de journalist, in aanraking komt met juffrouw Minoes, is het zoeken naar nieuwtjes voor de krant geen probleem meer. Minoes spreekt en verstaat "kats" omdat ze zelf vroeger een kat is geweest.