Hongarije, 1945. Nadat de Russen het land zijn binnengetrokken, keert het normale leven in een aan de Donau gelegen stadje terug. Atilla, die als wees uit de oorlog is gekomen en schrijver wil worden, en Orsolya, die in Dresden het bombardement heeft meegemaakt, raken hartstochtelijk verliefd op elkaar. Wanneer ze in Boedapest gaan studeren, lijkt de toekomst hen beiden toe te lachen. Orsolya studeert farmacie en wil apotheker worden, Attila staat een loopbaan als een gevierd schrijver in het nieuwe Hongarije te wachten. Maar terwijl de vriendengroep vrolijk en uitgelaten door het leven gaat, ervaart Attila de eerste momenten van vervreemding en verwijdering.
Een man denkt aan de dingen die voorbij zijn: een uiteindelijk mislukte relatie en een weinig succesvol schrijversbestaan in het communistische Hongarije.