De 15-jarige Lizzie neemt in de jaren 70 een baantje aan in een verzorgingstehuis voor ouderen en voelt zich thuis tussen de bijzondere types en gekke voorvallen.
Het is 1980 en de 18-jarige Lizzie verlaat haar alcoholistische, roman schrijvende moeder en gaat naar Leicester om daar als assistente van een incompetente, racistische tandarts te gaan werken.