Bundeling van twee novellen van de Catalaanse schrijver Narcís Oller (1846-1930), de eerste over een man die een ziekelijke geldzucht ontwikkelt en de tweede over een geesteszieke man wiens ziekte dramatische proporties aanneemt.
Als een middelbare weduwe uit Barcelona tijdens de reis een jongere advocaat ontmoet, ontstaat een wederzijdse liefde met allerlei blokkades: zijn hang naar vrijheid, haar licht-neurotische inslag,