Met dit nummer wil nY geloven, hopen, en de mogelijkheid liefhebben dat er toch nog een denken is dat alle mensen aangaat (en misschien niet alleen de mensen). Een denken over wat solidariteit nog kan zijn, wat de problemen zijn waar iedereen mee te maken heeft, over hoe ons te verbinden met ieder met wie we ogenschijnlijk niets gemeen hebben. nY legde deze vraag voor aan een scala van auteurs. Het resultaat zijn korte en lange stukken, gedichten, proza en essays in meerdere talen.
Geïnspireerd door een essay van de Franse schrijfster Cécile Wajsbrot vroeg Matthijs de Ridder zich af wat de oerscène van de Nederlandse en Vlaamse literatuur zou kunnen zijn. Of zou moeten zijn. En als die oerscène niet gevonden kan worden, is er dan wellicht een oerscène voor deze opmerkelijke leegte in onze collectieve cultuurbeleving? Hij zadelde meteen nog tien schrijvers en onderzoekers op met deze kwestie. Het resultaat is het dossier ‘Oerscènes’.