Een godsdienstlerares in Israe͏̈l vertelt de geschiedenis van haar familie en die van het pioniersdorp waarin ze woont. Haar opa speelt hierin een prominente rol als pionier, natuurliefhebber en wikker en beschikker over leven en dood.
Autobiografisch relaas over de familie van de Israëlische schrijver Meir Shalev (1948). In deze memoires gaat Shalev terug naar zijn wortels in een pioniersfamilie uit Oekraïne, die in de jaren '20 van de 20e eeuw een bestaan opbouwde in het dorp Nahalal in Palestina. Centraal staat grootmoeder Tonja, die niet alleen een bindende factor is in de familie, maar ook haar omgeving in haar greep heeft met haar extreme schoonmaakdwang. Wanneer zij op een dag uit Amerika een stofzuiger cadeau krijgt, is dat slechts olie op het vuur van haar schoonmaakwoede. Shalev stamt uit een familie van fantasierijke verhalenvertellers, die hij in dit boek liefderijk en vol humor beschrijft.
Een verhaal over het verlangen naar een thuiskomst. Thuiskomst van duiven die zo'n belangrijke rol in het verhaal spelen, maar ook van de toeristengids Ja'ier Mendelsohn, gespecialiseerd in het rondleiden van ornithologen in Israël. Hij verliest zijn moeder, maar vlak voor haar dood verschaft zij hem de middelen om een eigen (t)huis te verkrijgen, zijn Amerikaanse vrouw te verlaten en uiteindelijk terug te keren naar zijn jeugdliefde. In het boek richt Mendelson zich in de tweede persoon tot zijn gestorven moeder. Het verhaal over haar jeugdliefde, een duivenhouder die omkwam tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog, de ongelooflijke conceptie van haar zoon, de verwikkelingen in de familie later, wordt in een knappe tijdstructuur verteld.
Observaties van de auteur bij het onderhouden van zijn 'wilde' tuin in Israël, waarin ook religie en literatuur aangehaald worden en waarbij hij nadenkt over het leven en de natuur zelf.
Autobiografisch relaas over de familie van de Israëlische schrijver Meir Shalev (1948). In deze memoires gaat Shalev terug naar zijn wortels in een pioniersfamilie uit Oekraïne, die in de jaren '20 van de 20e eeuw een bestaan opbouwde in het dorp Nahalal in Palestina. Centraal staat grootmoeder Tonja, die niet alleen een bindende factor is in de familie, maar ook haar omgeving in haar greep heeft met haar extreme schoonmaakdwang. Wanneer zij op een dag uit Amerika een stofzuiger cadeau krijgt, is dat slechts olie op het vuur van haar schoonmaakwoede. Shalev stamt uit een familie van fantasierijke verhalenvertellers, die hij in dit boek liefderijk en vol humor beschrijft.
Een verhaal over het verlangen naar een thuiskomst. Thuiskomst van duiven die zo'n belangrijke rol in het verhaal spelen, maar ook van de toeristengids Ja'ier Mendelsohn, gespecialiseerd in het rondleiden van ornithologen in Israël. Hij verliest zijn moeder, maar vlak voor haar dood verschaft zij hem de middelen om een eigen (t)huis te verkrijgen, zijn Amerikaanse vrouw te verlaten en uiteindelijk terug te keren naar zijn jeugdliefde. In het boek richt Mendelson zich in de tweede persoon tot zijn gestorven moeder. Het verhaal over haar jeugdliefde, een duivenhouder die omkwam tijdens de Israëlische Onafhankelijkheidsoorlog, de ongelooflijke conceptie van haar zoon, de verwikkelingen in de familie later, wordt in een knappe tijdstructuur verteld.