Na de dood van haar vader wil Anne ver weg. Zij verlaat haar vriend, haar moeder, haar studie aan de kunstacademie en haar geboorteland Zwitserland. Zij vertrekt naar Canada, waar zij twee mensen kent: Simon, een oude vriend van haar vader en Alix Moison, een kinderpsychologe. Zij is permanent op zoek naar confrontaties met het verlies en de grote leegte die zij met zich meedraagt. Van de mensen die zij ontmoet eist zij een immense liefde. De vormen en normen die haar beknellen probeert zij op te blazen door een gigantische muurschildering te maken in een lege hal. Maar het fantastische drogbeeld dat zij ontwerpt keert zich tegen haar: de fysieke en emotionele inspanningen eisen een zware tol. Alix heeft een verhouding met Thomas. De aanwezigheid van Anne bevalt hem maar niks. Tevergeefs probeert Alix hem ervan te doordringen dat hij niet jaloers hoeft te zijn en dat zij hem niet wil verliezen. In haar werk doet Alix een therapie met de kleine Sarah, een recalcitrant kind dat absolute aandacht en liefde opeist. In dit opzicht lijkt zij op Anne. Terwijl Alix nog niet goed beseft wat haar overkomt is de band tussen haar en Anne een liefdesband geworden.