Essay van de Duits-Franse schrijver (1912-1978) naar aanleiding van zijn verblijf in Auschwitz over het slachtoffer zijn van marteling en gevangenschap.
Gedurende vele jaren leidde de trappistengemeenschap van Onze-Lieve-Vrouw van de Atlas een verborgen leven in Tibhirine in Algerije. Toen zeven van hen in 1996 ontvoerd en vermoord werden, raakten ze plots alom bekend. Dit boek bevat teksten geschreven door de monniken zelf (nieuwsbrieven van de gemeenschap, persoonlijke brieven, homilieën...) en getuigenissen over hen.