In TOK! Stapjes brengen we aanvullend materiaal voor taalzwakkere en anderstalige kleuters. De nadruk ligt op het verwerven van een beperkte basiswoordenschat die kleuters moeten kennen en kunnen gebruiken om zich veilig te voelen en goed te functioneren in hun klasomgeving. Daaraan werken we via een rijke belevende waarneming en gevarieerde taalactiviteiten. Daarnaast komen in de 12 thema's ook andere leergebieden aan bod (Nederlands, wiskundige initiatie, wereldoriëntatie, muzische vorming, lichamelijke opvoeding), zodat kleuters ook voor die domeinen de noodzakelijke basis verwerven.
TOK! Stapjes 1 bevat aanvullend materiaal voor taalzwakkere en anderstalige kleuters. De nadruk ligt op het verwerven van een beperkte basiswoordenschat die kleuters moeten kennen en kunnen gebruiken om zich veilig te voelen en goed te functioneren in hun klasomgeving. Daaraan wordt gewerkt via een rijke belevende waarneming en gevarieerde taalactiviteiten. Daarnaast komen in de 12 thema's ook andere leergebieden aan bod Nederlands, wiskundige initiatie, wereldoriëntatie, muzische vorming, lichamelijke opvoeding), zodat kleuters ook voor die domeinen de noodzakelijke basis verwerven. Er zijn gemiddeld 5 activiteiten per thema: Taalactiviteiten gericht op de (super)dominante woordenschat blijven essentieel. Alle belangrijke domeinen van het Nederlands (luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalbeschouwing) komen aan bod (in spelvorm). Muzische activiteiten dragen bij tot het verwerven van de streefwoordenschat en communicatietaal. Ze bieden ook mogelijkheden om wiskundige termen functioneel te gebruiken. Huishoudelijke activiteiten geven aanleiding tot het functioneel gebruiken van wiskundige terminologie en het verwerven van wiskundige begrippen. Bewegingsactiviteiten dragen bij tot het verwerven van meetkundige begrippen, ruimtelijke oriëntatie en ruimtelijke structurering. Activiteiten techniek, waarbij kleuters door exploreren, experimenteren en gericht omgaan met materialen fundamentele begrippen en inzichten verwerven.
Gericht op peuters en kleuters van 2,5 tot 6 jaar die voor het eerst in aanraking komen met het Nederlands of die nog veel moeite hebben met onze taal.
