Een 93-jarige man die lijdt aan afasie en dementie, wordt na de dood van zijn vrouw opgenomen in een verpleeghuis. Brokstukken uit zijn leven komen naar boven.
De gescheiden ouders van een volwassen dochter kijken bij een laatste ontmoeting terug op de heel verschillende werelden waaruit zij ooit vandaan kwamen en hun gemeenschappelijke verleden.
Een 93-jarige man die lijdt aan afasie en dementie, wordt na de dood van zijn vrouw opgenomen in een verpleeghuis. Brokstukken uit zijn leven komen naar boven.
De gescheiden ouders van een volwassen dochter kijken bij een laatste ontmoeting terug op de heel verschillende werelden waaruit zij ooit vandaan kwamen en hun gemeenschappelijke verleden.
De 93-jarige Carl Sørensen wordt na de dood van zijn vrouw Marta in een verpleeghuis opgenomen. Hij lijdt aan afasie en dementie en herinnert zich brokstukken van zijn leven. Zijn gevoelens, het wegzakken van de wereld om hem heen, de agressie en afwijzing van de zorg, het ziektebeeld, de strenge verpleging en de verhouding met zijn kinderen worden levensecht en met veel inlevingsvermogen beschreven. Een psychologisch goed en gevoelig geschreven roman over de breekbaarheid van de ouderdom.