Het avontuurlijke leven van een Nederlandse vrouw met vele gezichten, beginnend als zij in de zomer van 1942 als 22-jarige op de trein naar Boedapest stapt op reis naar haar veel oudere, getrouwde minnaar.
Twaalf volwassen kinderen uit een groot katholiek gezin blikken terug op hun jeugd in de jaren '50 en '60 en op de rol van hun moeder die zij dagelijks verzorgen na een hersenbloeding.